Alles waar een streep door staat slaan we over!
Wat je voor H2 moet kennen en kunnen:
Je kunt het handig rekenen.
Je kunt de som, het verschil, het product en het quotiënt berekenen.
Je kunt uitleggen wat factoren en termen zijn.
Je kunt uitleggen wat een bewerking is.
Je kunt de vermenigvuldigingspunt gebruiken.
Je kunt de rekenvolgorde toepassen.
Je kunt uitleggen wat een natuurlijk getal is.
Je kunt de delers van een getal benoemen.
Je kunt uitleggen wat een priemgetal is.
Je kunt ontbinden in priemfactoren.
Je kunt de GGD en KGV van een getal bepalen.
Je kunt veelvouden van een getal benomen.
Je kunt van een breuk de teller en noemer aangeven.
Je kunt een breuk vereenvoudigen.
Je kunt de helen uit een breuk halen.
Je kunt de helen binnen de breuk halen.
Je kunt breuken gelijknamig maken.
Je kunt breuken optellen, aftrekken en vermenigvuldigen.
Je kunt uitleggen wat positieve en negatieve getallen zijn.
Je kunt positieve en negatieve getallen op een getallenlijn zetten.
Je kunt uitleggen wat gehele getallen zijn.
Je kunt positieve en negatieve getallen optellen en aftrekken.
Je kunt het tegengestelde van een getal geven.
Je kunt een woordformule maken en gebruiken.
Je kunt een letterformule maken en gebruiken.